Onderstroom

Onderstroom

Ik ben een gat in de aarde
een druppel op een gloeiende plaat
mijn lichaam is het zand van de tijd
een Sahara onder water
mijn oog een oceaan waar het leven in glijdt.

Iedere dag lijdt hier schipbreuk
duizenden galjoenen liggen in mij
ruimen vol rum en specerijen
ik ben haven en kerkhof.

Ik ben een opslagplaats van eeuwen
een gekantelde schelp vol parels en olie
door branding in oud licht aangespoeld
met een mond vol zout als enig woord
dorst, naar grond, een draagbaar oord.


Share by: